De hele tool bestaat uit twee delen die identiek zijn: de periode tot 2030 en de periode 2030-2050. Alle invoer kan (en moet) apart ingevoerd worden voor die perioden.
Aan de linkerkant zie je drie outputschermen:
- Hoeveel energie verbruiken we. Dit zijn de werkelijke cijfers van Deventer in 2020 (bron: klimaatmonitor) aangevuld met de onderlinge mutaties.
- In het 2e scherm staat hoe we dit opwekken in totalen; in het gele deel staat het effect daarvan op de CO2 uitstoot en wat de resterende opgave is uitgaande van de landelijke CO2 doelstelling.
- Hier zijn 2 scenario’s uitgewerkt waarbij de parameters afzonderlijk kunnen worden gewijzigd.
Alle parameters zijn ondergebracht op 1 plek. Aan de rechterkant onder “P” (berekening energieverbruik in 2030; de hoeveelheid op te wekken elektriciteit; twee scenario’s). Aan de rechterkant onder de “P” zie je een pop-up scherm met de parameters. Je kunt aan een aantal knoppen draaien (de rode getallen). Dit zijn:
- Onder “1” de jaarlijkse mutatie tot 2030 aan verbruik van stroom, gas en brandstofverbruik auto’s. Schuiven met deze aannamen betekent of extra stroomopwek, of bij gasreductie dat er dat op een ander vlak (verduurzaming van woningen) extra maatregelen aan panden nodig zijn. Hier kan ook de doelstelling voor aansluitingen op warmtenetten en realisatie van warmtepompen ingevuld worden. Let op dat een percentage van 2 niet hoog lijkt maar jaarlijks tot 2050 heel veel is.
- Onder “2” het aandeel dat lektrisch opgewekt moet worden. Een paar aandachtspunten bij het invullen. De doelstelling is om tot 100% opwek te komen. Bedacht moet worden dat voor 2030 de CO2 doelstelling op 55% staat. Dus meer opwekken, legt de lat hoger. Verder laat het model zien hoeveel windturbines en ha zon nodig is bij een bepaald percentage. Voor de CO2 berekening (tabblad 2) is het van belang het percentage op 15% te zetten. Dit is in 2022 de pijplijn van de lopende plannen voor opwek. Hierdoor blijkt automatisch de resterende CO2 doelstelling. Als hier het percentage hoger wordt ingegeven, lijkt het of de CO2 doelstelling al is gerealiseerd. Dit komt wellicht ingewikkeld over, maar helaas is dat de werkelijkheid voor rekenen aan energie. Het percentage electrificering van warmte is het restant percentage na de mutatie onder 1. (Immers al reductie gas en warmtepompen ca. ingevoerd). Dit betreft dan vooral de industrieVoor elektriciteit is dit logischerwijze100%, maar ook effecten van een lager percentage kan berekend worden. Voor warmte (aardgas) en mobiliteit zijn beleidsmatige keuzen mogelijk. Bedacht moet worden dat bij een laag percentage een duurzaam alternatief beschikbaar moet zijn..
- Onder “3” kan de stroomopbrengst van een hectare zonnepark worden aangegeven. Op dit moment is dit gemiddeld 1.000950.000 kWu. Maar er komen technologische verbeteringen. Ook kan het grondgebruik (lager percentage natuur e.d.; nu is dat 30%) hoger worden ingeschat. Hier kunnen die effecten verwerkt worden door de gemiddelde opbrengst per ha. te wijzigen. Dus een hoger aantal kWu is minder groen en omgekeerd. Ook kan hier het aandeel zon op dak worden ingegeven.
- Onder “4” kan de omvang van een windturbine worden aangegeven. De tool gaat uit van 22500 draaiuren per jaar en een vermogen van 5 MW (200 meter). Op dit moment is dit lager, maar de windvisie motiveert, dat dit hoger kan liggen. Een hoger vermogen betekent uiteraard minder turbines, maar wel hoger en omgekeerd.
- Onder “5” is het grondgebied van Deventer aangegeven en kan worden aangegeven welk percentage gewenst gebruik gekozen wordt. Hierbij gelden de volgende aannamen. De 60% bij de daken van woningen en bedrijven (geschikte daken) wordt als maximale benutting gezien rekening houdend met draagkracht dak, bereidheid en financielefinanciële aspecten. Het aangegeven grondgebruik in woonwijken en bedrijventerreinen is bedoeld als extra naast de daken. Deze parameters werken vooral op de 2 scenario’s onder tabblad 3.